Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij zeide tot hem: Vrees niet, want de hand van Saul, mijn vader, zal u niet vinden, maar gij zult koning worden over Israel, en [27]ik zal de tweede bij u zijn; [28]ook weet mijn vader Saul zulks wel. 27. Het schijnt dat David dit zijn vriend Jonathan beloofd heeft, toen zij een verbond met elkander hebben opgericht. Hebreeuws, ik zal u tot een tweede zijn, of laat mij de tweede naast u zijn. 28. Samuel had dit aan Saul genoegzaam te kennen gegeven, boven, hfdst.15 vs.28.